Lieve Jan, We kenden elkaar nog maar een paar maanden. Bijna 90 was je en net naar de notaris gegaan om je testament aan te passen. Je wist alleen niet wie je eigenlijk als executeur wilde aanstellen. Na enig doorvragen gaf de notaris aan dat hij wel iemand wist die je zou kunnen helpen met een aantal zaken. Dat vond jij een prima idee, want je was alleen, had geen kinderen en je familie woonde ver weg.
We maakten kennis en hadden gelijk een klik omdat we allebei in Rotterdam geboren en in augustus jarig waren; wat is er soms weinig nodig om raakvlakken te vinden. Na een half uur besloot je al dat je mij als executeur wilde hebben en dat je me ook als levensexecuteur wilde hebben voor als je niet meer zelfstandig beslissingen zou kunnen nemen. ‘Goed is goed’, zei je. We gingen aan de slag en ik zorgde dat ik van al jouw administratieve zaken maar ook jouw persoonlijke wensen op de hoogte was. Ondertussen leerde ik je steeds beter kennen en hadden we veel plezier. Jouw ogen twinkelde toen je trots vertelde over je werk in de haven en hoe jij je daar had opgewerkt. Ik genoot ervan hoe enthousiast je erover vertelde. Je had de “niet lullen maar poetsen” mentaliteit en was wars van alle poespas eromheen. Ondanks dat we plezier maakten en mooie gesprekken voerden als we elkaar zagen, was je eenzaam en had je geen zin meer in het leven. Al 4 jaar was jij klaar met het leven, maar daar kon niemand je bij helpen en dus ging je gewoon door.
Binnen 2 maanden nadat ik je leerde kennen werd je ziek. Al voor de arts het had bevestigd vertelde je mij dat je precies wist wat het was. Je voelde dat het door je hele lijf zat. Ik weet het niet zeker, maar ik verdenk je ervan dat je het al had aangevoeld voordat je naar de notaris ging om je zaken te regelen. Over de diagnose dat je terminaal ziek was was je direct duidelijk: je wilde geen enkele levensverlengende behandeling, onder géén enkele voorwaarde naar het ziekenhuis of thuiszorg ontvangen. ‘Daar was je de man niet naar’, zei je.
”Al 4 jaar was jij klaar met het leven, maar daar kon niemand je bij helpen en dus ging je gewoon door.”
Je vertelde de huisarts dat je graag euthanasie wilde voordat de pijn ondragelijk zou worden. Ik ondersteunde je zoveel ik kon. Na een zorgvuldige procedure werd de datum gepland en je vroeg me of ik bij je wilde blijven. Natuurlijk wilde ik dat! Ik wilde je in de laatste uren niet alleen laten. Op de uitgekozen dag werd ik met een steen in mijn maag wakker. Vandaag ging het gebeuren. Voor mij was het ook de eerste keer dat ik dit zo bewust mee zou maken en ik vond dat toch best wel spannend. Maar jij stelde me gerust. ‘Geen gedoe of verdriet’, zei je. Je keek er naar uit, de pijn werd erger en je wilde al heel lang niet meer. ‘Eindelijk rust en het was goed zo’, zei je. Je had tenslotte je nalatenschap goed geregeld……
Bij het doorspreken van de laatste zaken mopperde je nog over het slechte onderhoud van de lift in de flat. Ik moest grinniken dat jij in het laatste uur van je leven je daar nog druk over maakte. Ik hield je hand vast en in het bijzijn van de artsen sliep je rustig in. Toen de uitvaartverzorgers je kwamen halen zaten jullie vast in de lift. Ik moest denken aan je gemopper over de lift die paar uur daarvoor. Het was alsof het je laatste groet was. Lieve Jan, wat was het een voorrecht om je te leren kennen en je te mogen begeleiden in de laatste fase van je leven. Door jou heb ik er een nieuwe intense en bijzondere ervaring bij. En jij? Jij hebt hopelijk eindelijk rust…..
Hits: 765